Almaty, voorheen bekend als Alma Ata, was van 1929 tot 1997 de hoofdstad van de republiek Kazachstan en telt bijna 1,5 miljoen inwoners. De stad ligt aan de Almatinka, een zijrivier van de Ili die in het Balkash-meer, 300 km naar het westen, stroomt.
Almaty zelf ligt op een hoogte van 800 m. Het klimaat is continentaal en gezond. De stad wordt naar het zuiden afgeboord door het Tien-Chan massief met gletsjers en besneeuwde bergen van 4000 tot 5000 meter hoogte. Bergrivieren en kanalen, en het gematigde klimaat, zorgen voor een uitzonderlijk groene en vruchtbare omgeving. Aan de noordkant van de stad begint de uitgestrekte en vlakke steppe.
De Kazachse naam Almaty betekent rijk aan appelen. In de omgeving van de stad is een flinke diversiteit aan appelen te vinden. Kazachen en etnische Russen zijn de grootste bevolkingsgroepen in Almaty. Maar vele gebeurtenissen in de geschiedenis hebben ervoor gezorgd dat heel wat andere volkeren hun thuis gevonden hebben in Kazachstan en Almaty: Oezbeken, Turkmenen, Kyrchizen, Koreanen, Krim-Tataren, Oekraïners, Polen, Duitsers, Turken, Chinezen en zoveel meer.
Almaty telt een aantal universiteiten, alsook de Kazachstaanse Academie van Wetenschappen.
Er staat één van de hoogste tv-torens ter wereld. In het oosten ligt Nationaal Park Ile-Alatau. De stad is ook bekend vanwege een hooggelegen ijsbaan genaamd Medeo. In het verleden werden er vele wereldrecords geschaatst, maar sinds de bouw van overdekte ijsbanen in de jaren tachtig is deze openluchtbaan echter minder belangrijk geworden.
